Tijd in TZ en UG: 18:21

Bekijk ook:

Ishasha

Maandag 24 januari zijn we van Bwindi eerst terug gereden naar Kabale, om daar over te stappen op een "super compact" auto, oftewel een minibusje met fourwheeldrive waar het dak van open kan. Dat is iets comfortabeler als je echte gamedrives gaat doen. Onderweg hadden we eindelijk uitzicht op de vulkanen achter Muhavura, Gahinga en Sabinyo, al is het op de foto lastiger te zien. 

A

De reis van Kabale naar Queen Elizabeth National Park was een stuk langer dan van tevoren berekend was, omdat we een toeristische route er naartoe namen over zandwegen. De bedoeling was dat we zo onderweg mooie uitzichtfoto's konden maken, maar uiteindelijk zijn we maar 1 keer onderweg gestopt. Dat was bij hot springs, waar alle locals met enge huidziektes, olifantiasis en andere problemen komen baden. En als je het water dronk, dan zou je sterk, gezond en vruchtbaar worden, dus ze zetten er zelfs thee van. Het zag er allemaal niet zo fris uit en gezien onze maag- en darmproblemen hebben we ons aan die thee al helemaal niet gewaagd. Dus na een paar snelle foto's zijn we aan 1 stuk door gehobbeld naar Ishasha, waar we pas rond 7 uur aankwamen. (voor de volledigheid: we waren om half acht 's ochtends vertrokken en hebben misschien een uurtje een tussenstop in Kabale gehad, dus dat was een lange dag)

Aa

Onze slaapplaats in Ishasha was een stuk primitiever dan in Bwindi. We hadden een zogenaamde banda, een simpel hutje met drie eenpersoonsbedden. Er was op het hele terrein geen electriciteit, alleen kaarsen of een olielampje. Het enige "raam" dat erin zat was een smal houten luikje, maar dat kon je eigenlijk niet open zetten, vanwege de muggen en andere insecten of grotere dieren. En aangezien het middenin de savanne staat en weer een stuk lager ligt dan Bwindi, warmt dat gedurende de dag goed genoeg op om ook de hele nacht een saunagevoel erin te houden. De banda was in het nationale park geplaatst, naast een rivier met nijlpaardenpoel, die je goed kon horen, evenals de hyena's.

 

F

De nijlpaardenpoel. De rivier is tegelijkertijd de grens met Congo.

Het huisje stond met 1 andere banda solitair, 50 meter weg van het gebouwtje waar het restaurant en het personeel te vinden was. De wc's waren 15 meter van de banda, hoewel wc een groot woord is voor een open riool waar je boven kon hangen. Er zat geen deur in, zodat bij wijze van spreken alle wilde dieren zo naar binnen konden lopen. Maar voor zover wij hebben kunnen vaststellen konden alleen de kakkerlakken, strontvliegen en hagedissen tegen de stank uit dat gat. Er was geen water om je handen te wassen en wel iets wat op een douche leek (ook zonder deur), maar daar kwamen nauwelijks 3 druppels koud water uit. Kortom, het was weer wild kamperen in de bush en 's nachts naar de wc was wederom geen optie. Maar daar stond tegenover dat we in een solide huisje sliepen en er stond een teiltje binnen voor de ernstige hoge nood (niet nodig gehad trouwens :-)). Bovendien stond een meter naast ons huisje een tent voor de gewapende security guards, die onze veiligheid garandeerden. Sowieso hadden we niet zoveel keus qua accommodatie, omdat we zo vroeg mogelijk in het park wilden zijn voor de ochtend game drive en de andere opties waren of duur of verder weg. Dus voor een nachtje vonden we dit een prima keuze. 

 

B

Het uitzicht op de savanne. 

De volgende ochtend vertrokken we met een extra lokale gids op game drive, op zoek naar de boomklimmende leeuwen. Die zijn uniek voor dit park en alleen in dit deel ervan. We weten dat ze ook in Tanzania voorkomen, maar verder schijnt het feit dat ze in bomen klimmen vrij uniek te zijn. Lastig is alleen dat ze hun klimkwaliteiten steeds verder ontwikkelen. Dus waren ze eerder vrij makkelijk te traceren in een aantal vaste ficusbomen, nu kunnen ze ook in acacia's zitten op hele andere plekken. Dus we hebben de hele ochtend rondgereden, maar geen leeuw in een boom gezien. In tegenstelling tot eerdere informatie, vertelde de lokale gids dat de leeuwen ook pas 's middags in de bomen klimmen, als de grond te heet wordt van de zon. We vonden wel een groepje leeuwen op de grond, die we overigens zelf moesten spotten, want onze gidsen hadden ze niet gezien. We moesten zelfs zeggen waar ze heen moesten rijden voor een beter zicht (we kunnen ons eigen tourbureau hier wel beginnen, geef ons een auto en een kaart en we redden ons wel). Maar de leeuwen waren vrij ver weg, waardoor we niet heel veel konden zien boven het hoge gras. De meesten kropen ook al snel onder andere struiken, zodat ze helemaal uit het zicht verdwenen.

 

C
D
E

Naast de leeuwen waren er opvallend weinig dieren te vinden, op een enkele olifant, topi, Uganda kob, buffel of troepje bavianen na. 

G
I
J
H
K
L

Olifant die een boom probeert om te duwen.

Dus na de game drive waren we eigenlijk een beetje teleurgesteld over het niet kunnen vinden van de boomklimmende leeuwen, de kwaliteit van de gids(en) en het kleine aantal dieren. Toen we dat tegen onze gids zeiden, was hij het eigenlijk wel met ons eens en kwam met het voorstel om 's middags nog een game drive te doen, in plaats van meteen door te rijden naar de volgende locatie. Dat wilden we natuurlijk graag, dus we zijn teruggereden naar de plek waar we 's ochtends de groep leeuwen hadden gevonden. Daar vlakbij vonden we in een boom 4 leeuwinnen van die groep, die lekker lagen te luieren en fotogeniek poseerden. 

 

M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W

Na de game drive zijn we doorgereden naar Katunguru, waar we weer gewoon een degelijke hostelkamer kregen. 

[naar boven]