Tijd in TZ en UG: 18:21

Bekijk ook:

Pemba

Op woensdag 22 december stonden we om 6 uur klaar om in te checken voor de boot van Zanzibar naar Pemba. De lokale bevolking duwde en perste zich al snel de boot op. Een enkeling probeerde nog de bootmannen om te kopen om ook mee te mogen, maar die werd door een militair afgevoerd. Onze grote rugzakken moesten op het voordek worden gelegd en wijzelf moesten achterin instappen. We mochten naar een eersteklasruimte, maar dat was binnen en Mark had meteen al frisse lucht nodig, dus we namen maar een plekje op een metalen bankje op het achterdek. De reis zou 3 uur duren, maar duurde ruim drie kwartier langer. Yvonne wilde proberen om zeebenen te kweken en had dus geen reistablet genomen, ook omdat zij al een lichte voedselvergiftiging had, dus je weet nooit wat dat soort middelen dan weer voor bijwerkingen hebben. Dat ging twee uur goed, maar daarna werden we allebei hartstikke groen. De zee was behoorlijk ruig en we waren duidelijk niet de enigen die daar last van hadden. Maar we hebben uiteindelijk niet over de reling hoeven hangen en kwamen enigszins wiebelig aan op Pemba.
Daar was een beetje de chaos en hectiek die we in eerste instantie op de luchthaven van Dar es Salaam verwacht hadden en hier juist niet. Niks geen "relaxed en laid back atmosphere", zoals in onze reisgids beschreven staat. Zodra de boot in zicht komt, begint de menigte die op de kade staat te schreeuwen en te zwaaien. Zodra de boot land raakt, klimmen allemaal mensen vanaf de relingen op de boot en duwen zich een weg naar boven, in de hoop iemands tassen te kunnen dragen en zo geld te verdienen. Ondertussen willen alle mensen die al op de boot zaten eraf, dus die duwen terug. Vrouwen met kleine kinderen duwen daarbij net zo hard mee, ook al komt het hoofd van hun kindje daarmee een tikkie klem te zitten af en toe. Dat geeft allemaal niks. Wij wilden zoveel mogelijk iedereen de ruimte geven, maar ook niet als laatste van die boot af. Ten eerste omdat we vaste grond onder de voeten wilden, maar ook omdat onze bagage op het voordek lag, open en bloot voor iedereen om mee te nemen.
En inderdaad, toen wij ons ook van de boot afgewurmd hadden, liep al iemand met onze tas te sjouwen. Dat leek nog vriendelijk bedoeld, dus we kregen onze tas netjes terug. Maar inmiddels stond het voordek al vol met mensen, die of hun eigen tas of die van een ander eraf wilden halen. We konden er zelf niet bij en anderen pakken gewoon je tas en lopen er mee weg. Dus nadat we ook de tweede tas hadden kunnen onderscheppen, kregen we een mannetje achter ons aan, die geld van ons wilde, omdat hij onze tas had gedragen. Allemaal leuk, maar daar hadden wij niet om gevraagd. Dus we deden net of we gek waren en zeiden dat we zelf onze tas wel zouden dragen en daarmee konden we deze arme man ook weer afschudden. Tegelijkertijd werden we al door diverse schreeuwende mannen benaderd of we een taxi of een hostel wilden. Dat is behoorlijk irritant als je nog staat te tollen op je benen van zo'n bootreis, maar ja, we hadden toch ook een taxi nodig. Sta je te onderhandelen met de ene, verdwijnt die ineens en schuift een soort handlanger naar voren. Je weet op een gegeven moment echt niet meer wie je nou kan vertrouwen. Maar goed, we hadden een bedrag genoemd dat we wel wilden betalen voor de rit van Mkoani naar Chake Chake en er was iemand die ons mee wilde nemen. Vervolgens werden we geleid naar de poort van de haven, waar alleen allerlei minibusjes stonden (daladala's heten die hier), die van boven tot onder volgeladen werden met mensen en bagage. Daar ingaan is een stuk goedkoper dan een taxi, maar is niet te doen met onze bagage en ook absoluut niet veilig, omdat ze te vol zitten (mensen hangen tot ver aan de buitenkant). Nee, daar wist deze man wel wat op, hij zou alle mensen uit het busje laten stappen en dan alleen voor ons ermee rijden. Alsof wij al die mensen eruit zouden laten halen voor ons! Die mensen zien ons aankomen. Uiteindelijk heeft onze man een vriendje gebeld, die ons met een gewone auto kwam halen, waarmee we alsnog veilig in Chake Chake zijn aangekomen.
Daar hebben we een redelijk hotel gevonden, alleen hadden we net een kamer waar de warme douche het niet deed en de douche die er was, was 1 dikke straal, als een tuinslang zeg maar. Maar, de tweede dag zouden we mogen verhuizen naar een kamer die wel een warme en normale douche had. Enige nadeel van die kamer was dat de wc niet kon doorspoelen, dus daarvoor moet je dan een emmer met water vullen en die door de wc mikken. Het is het één of het ander hier. Maar goed, het was al snel duidelijk dat we iets beters hier ook niet kunnen vinden.

Aa

Sterker nog, er is heel weinig in dit dorpje, amper een klein winkeltje. Het eiland was niet echt wat we ervan verwacht hadden. We zien wel wat vergelijkingen met Manismata in Indonesië. Ook hier zijn we zo'n beetje de enige blanken en roepen en zwaaien alle kinderen naar ons. Op andere plekken was dat ook wel, maar hier net wat erger. Maar de sfeer is hier niet alleen maar vriendelijk. Het gaat al snel over op "picture, money!" bijvoorbeeld. En in het "restaurant" waar we wilden eten, daar werden we al helemaal niet vriendelijk behandeld. Toen bleek dat we nauwelijks Swahili spraken, was de reactie "I'm listening". Met andere woorden: wat komen jullie hier doen? Nou, eten misschien? Uiteindelijk wordt er dan in overdreven traag tempo, met veel gezucht en frisse tegenzin wat op tafel gegooid.
Er lopen ook wat rare dakloos uitziende mannetjes rond, met een paar halve tanden, die ons achtervolgen omdat ze geld willen of op een flesje rammen omdat ze blijkbaar water willen. Dus de sfeer is hier af en toe wat grimmiger en in het donker lopen we liever niet te ver van het hotel. Dat maakte dat we al snel besloten om hier niet al te lang te blijven. De meeste toeristen verblijven in luxe all-inclusive 5 sterren duikresorts aan de noordkust, waar ze zich volgens alle recensies uitstekend vermaken, maar ja, daar betaal je dan ook 200-600 dollar per persoon per nacht voor. Als je reist zoals wij, dan is Pemba niet zozeer een aantrekkelijk reisdoel, maar meer een alternatieve reisroute voor als je Dar es Salaam wil vermijden en veel meer dan dat is er ook niet van te maken.

We wilden nog wel wat van het eiland zien, dus we regelden een dagtour via een bureautje. De eigenaar van dit bureau was wel vriendelijk, maar vertelde ook dat blanken hier gezien worden als wandelende portemonnees. Ook hij wordt daardoor anders behandeld, want ze denken dat hij rijk is, omdat hij met blanken rondloopt.
In ieder geval zijn we met hem naar Kidike gegaan, waar de Pemba flying foxes leven, de enige plek ter wereld waar deze unieke soort leeft. De tour startte al goed, want de chauffeur die onze gids had geregeld, kwam niet door de politiecontrole heen. De agenten langs de weg hadden nog een appeltje te schillen met deze chauffeur, dus we moesten weer terug en een andere auto en chauffeur regelen. Op zich leek dat niet zo erg, want onze eerste chauffeur had ondertussen al twee keer bijna een fietser van de sokken gereden en een moeder met twee kinderen nog net kunnen ontwijken in een kwartier tijd.
Met dus enige vertaging kwamen we uiteindelijk toch aan bij het natuurreservaatje waar de flying foxes leven. Onze gids stond erop dat we eerst wat uitleg kregen over de geschiedenis van dit reservaat, dus er moest iemand gehaald worden, die het "informatiecentrum" kon openen. Dit bijzonder informatieve centrum was een soort hutje, waar 1 bord stond, die op de foto hieronder, en een klein A4tje met info. Maar dat was nog niet alles. Er werd nog een mannetje gebeld, die ons informatie kon geven. Deze meneer had een klein schriftje bij zich, waaruit hij ons wat informatie voorlas. Maar hij kon eigenlijk niet lezen en eigenlijk ook geen Engels, waardoor het geheel niet bijzonder informatief meer was. Onze gids nam het daarom maar over en somde uit dat schriftje op welke dieren er allemaal leven in dat reservaat.

Ab

Uiteindelijk konden we dan toch echt het reservaat in gaan en na twee meter lopen, zagen we al bomen vol van die beesten, veel meer dan waar we op gerekend hadden. Ze zijn alleen wel lastig op de foto te zetten, want ze hangen òf hoog in een boom, òf ze fladderen rond. Dat vliegen doen ze heel snel en niet in een rechte lijn, waardoor niet te voorspellen is waar ze naartoe gaan en ze op de camera dus moeilijk zijn te vangen. Maar deze keer heeft Mark de onderlinge competitie om de beste foto gewonnen en zijn er toch nog wel wat aardige plaatjes uitgekomen, al is het geen national geographic kwaliteit, want zo goed is onze apparatuur nou ook weer niet :).

B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L

Na de plying foxes gingen we naar het Ngezi forest reserve, waar we rond konden lopen met een gids. Het was best leuk om rond te lopen, al hebben we niet bijzonder veel dieren gezien. Maar we hebben wel een kleine black mamba gezien:

M
N

De cicada, die altijd herrie maakt.

O

En een stukje cultuur, een oude zaagmolen uit koloniale tijden.

Vervolgens reden we naar Vumawimbi beach, het langste strand van Pemba, met mooi wit zand. Enige minpuntje was dat de wind de verkeerde kant op stond, waardoor het mooie witte strand vol lag met bruin zeewier en de branding zelf was ook helemaal bruin. Zwemmen was dus niet echt een optie, maar een relaxte picknick was wel geregeld hier.

P
Q
R

Als laatste gingen we naar het uiterste noordelijke puntje van het eiland, waar een vuurtoren uit 1900 staat. De eervolle baan om deze vuurtoren te bewaken is gegeven aan een klein mannetje, die geen oogcontact kan maken, maar alleen mensen vanaf schuin beneden aankijkt. Blijkbaar heeft hij zoveel te doen in deze druk bezochte toeristische trekpleister, dat hij het informatiefoldertje maar in meerdere talen uit zijn hoofd heeft geleerd. Omdat wij uit Nederland komen, vond hij Duits de meest geschikte taal voor ons en dreunde monotoon de tekst fonetisch op alsof hij het voorlas. We vermoeden dat hij verder geen woord Duits spreekt, maar het idee was leuk en hij was trots op zijn prestatie. Er was verder weinig chocola te maken van het verhaal en helemaal als je eenmaal de draad was kwijtgeraakt, was het lastig om weer iets te herkennen in zijn Duits met Swahili accent. Maar ach, hoeveel valt er te vertellen over een vuurtoren? Het was iets met een petroleum lamp en het ging nu op zonne-energie in ieder geval.

S

Het uitzicht vanaf de vuurtoren.

T
U
V
W
X
Y

Nog een indrukje van ons gezellige dorpje hier, het uitzicht vanaf ons hotel:

Ya
Za

Ze zijn hier ook bijzonder creatief met electriciteit.

Op vrijdag 24 december zijn we vanaf Pemba naar Tanga gevlogen. Er is geen bootverbinding met het vasteland, je kunt hooguit met een vissersbootje mee, maar dat is illegaal en niet ongevaarlijk, gezien de grootte van de bootjes en de grootte van de golven. Bovendien waren we wel even klaar met de zee na onze laatste ervaring op de boot. Hier gaan we in ieder geval de kerst doorbrengen en de routeplanning voor de komende dagen maar weer uitvogelen. Waarschijnlijk gaan we vanaf hier verder met een bus naar Moshi. 

[naar boven]